Hey iedereen,

Van de ene kant van de wereld zijn we naar de andere kant gevlogen. Na een lange vlucht zijn we goed aan gekomen in Peru. Nieuw continent, nieuwe avonturen en vooral een nieuwe taal. Want Spaans spreken kunnen we nog niet dus dat zal hier een hele uitdaging worden om ons verstaanbaar te maken. Maar met gebarentaal komen we ook al een heel eind. En uiteraard leren we elke dag nieuwe woorden bij. 

Maar voor we naar Peru kwamen hadden we nog een laatste week op het noorder eiland in Nieuw Zeeland. 
Nadat we in Wellington waren aangekomen met de ferry zijn we daar nog een dagje gebleven. We zijn het ‘Te Papa’ museum gaan bezoeken. En dat was een interactief museum over de geschiedenis, fauna en flora, de oorlog en over de verschillende natuurverschijnselen waar Nieuw Zeeland mee te maken krijgt. Vooral dat laatste was wel echt interessant want je kon een simulatie doen van hoe een aardbeving voelt.

Nadien zijn we nog even naar ‘Cuba street’ geweest. Dat zou de winkelstraat van Wellington zijn maar ik vond dat het niet zoveel voorstelden. Door langs de winkels te lopen besefte ik ineens dat een jeansbroek dragen nog wel eens leuk zou zijn aangezien ik die niet mee heb genomen. 
We hebben er dan vooral gebruik gemaakt van de gratis WiFi op straat om onze vorige blog online te zetten. 

Wanneer we de eerste keer op het noord eiland waren was het weer te slecht om de ‘Tongariro Alpine Crossing’ te doen. Maar deze keer waren de voorspellingen beter en konden we als nog Nieuw Zeelands beste dagwandeling maken. 

Vanuit Wellingtong zijn we dan richting het Tongariro nationaal park getourd. Om niet heel de tijd op de hoofdweg te moeten rijden, zijn we via de ‘Whanganui river road’ gereden. Een mooie weg die langs de rivier liep en waar het nodige bochtenwerk was voorzien.

De Tongariro alpine crossing wordt hier gezien als een zware dagwandeling van 6 tot 8 uur wandelen. Met dit in ons achterhoofd zijn we ’s morgens vroeg vertrokken om onze auto af te zetten aan het einde van de wandeling. We vonden de shuttlebussen die tussen het einde en het begin van de wandeling reden te duur. Daarom hebben we besloten om al liftend naar het beginpunt te gaan. 
Alleen was die weg heel rustig omdat het een verbindingsweg was. Na 3 km gewandeld te hebben, hadden we dan het geluk om met iemand mee te kunnen rijden die ook de wandeling ging doen. Op deze manier moesten we de 7 km van de grote baan tot aan het begin van de wandeling niet meer wandelen. 

En daar gingen we dan. Het grooste deel van de wandeling was in een vulkaanlandschap. Ondanks dat alles er zwart zag van de lava had het toch iets mooi en had het ook een wijds gevoel vond ik. 

Na de eerste stijle klim wandelden we dan langs de vulkaan zelf en daar stak een zware wind op die de volgende stijle klim toch iets moeilijker maakten. Maar eenmaal die overwonnen, hadden we een mooi zicht over de vulkaan, rode krater en de blue lakes. Eenmaal daar voorbij begonnen we aan de afdaling door het bos waar de wind terug wat minder was. En na 19,4 km wandelen kwamen we dan terug bij ons bus aan. 

We zijn dan doorgereden naar ‘lake Taupo’ om daar te slapen en de volgende ochtend was het er zo aangenaam dat we er een halve dag zijn blijven plakken om nog in het meer te zwemmen. Doordat er deze keer geen mist was konden we pas echt zien hoe groot het meer was. Ze zullen niet gelogen hebben met dit als grootste meer van Nieuw Zeeland uit te roepen.

Voor de laatste dagen hadden we beslist om het rustig aan te doen. We zijn dan op ons gemakje richting Matamata gereden. Daar zijn de hobbits opgenomen. Maar tot op de filmlokatie zelf zijn we niet geweest want die tours waren absurt duur vonden wij. Maar we hebben daar dan wel van het heuvellandschap genoten. 

We zijn dan via de zee terug richting Auckland gereden. Met het afwisselde weer hebben we ons zowel wat voorbereid voor Peru als nog een wandeling gemaakt door een gebied waar vroeger goud uit de grond werd gehaald. En uiteraard hebben we ook nog eens in de zee gezwommen als wijze van afscheid. 

Want Nieuw Zeeland verlaten was een beetje met gemengde gevoelens. Langs de ene kant genoten we daar zo van de vrijheid die we hadden met onze bus maar langs de andere kant keken we ook uit naar een nieuw avontuur. 

We zijn in totaal 24 uur onderweg geweest zonder een dag te missen. Want we zijn vertrokken op 28 maart om 18 uur en zijn geland op 28 maart om 18:30. Dus met andere woorden 28 maart 2017 hebben wij 2 keer beleefd. Lang leve het reizen in de tijdszones. 

Eenmaal in Lima werd het snel duidelijk dat we op een totaal andere plaats in de wereld waren aangekomen. Het contrast kon bijna niet groter zijn. Het verkeer waar we in terecht kwamen was als het ware één grote chaos. We hadden nu al veel gezien in Azië maar dit overtrof toch wel weer alles. Hier rijden ze echt als zotte. Met 2 keer bijna een botsing te hebben gehad zijn we dan toch veilig in onze hostel geraakt.

We hadden dan 2 dagen om Lima te verkennen. De eerste dag zijn we vooral door de wijk gelopen waar we sliepen (Miraflora) en naar de zee geweest. Die was hier echt wild en dat heeft Joris zelf kunnen ondervinden als hij er in aan het zwemmen was.

De volgende dag hebben we deel genomen aan de free walking tour die door het oude stadscentrum ging. Veel hebben we niet gezien van het oude stadscentrum maar die man had vooral veel praktische tips gegeven en verteld hoe het er deze dagen aan toe gaat in Peru. Verder konden we ook proeven van een paar specialiteiten van hier zoals het nationale drankje pisco.

Na 2 dagen hier rond te hebben gelopen, hebben we ook al wel gemerkt dat het hier totaal anders is dan in Zuidoost Azië. De kloof tussen arm en rijk is hier veel groter wat maakt dat er een hoop meer criminaliteit is. Dit zorgt er wel voor dat we wat waakzamer moeten zijn voor onze spullen maar een echt onveilig gevoel hebben we nog niet gehad.

En ja die Spaanse taal gaat toch nog een uitdaging worden. Maar voorlopig hebben toch al goed onze plan kunnen trekken en is onze woordenschat al meer dan verdubbeld. 🙂 

Op 2 april moesten we in Arequipa staan want daar zouden we onze ouders terug zien aangezien die ons een bezoekje komen brengen in Peru. Samen gaan we dan verder reizen richting Machu Pichu. 

Maar omdat de busrit van Lima naar Arequipa nogal lang is, hebben we nog een tussenstop gehouden in Huacachina. Dat is een oase in de woestijn waar ze een mini dorpje hebben rond gebouwd. We zijn daar vooral gestopt om de zandduinen te zien. Om er een goed beeld van te krijgen zijn we dan met een buggy gaan rijden. En daar in zitten is te vergelijken met een rollercoaster. Weer een totaal andere manier om de zandduinen te bezien. 

Echt heel leuk en onderweg zijn we dan ook nog gestopt zodat we konden sandboarden. En dit was ook de moeite aangezien ze hier hoge en stijle duinen hadden.

Met de nachtbus zijn we dan naar Arequipa gegaan. Eenmaal het terug ochtend was, merkten we dat we nog altijd door de woestijn reden. We waren er van verschoten dat hier zoveel woestijn was en vooral dat hier toch best grote steden zoals Lima dan in het midden van een woestijn gebouwd zijn.

Maar eenmaal we dichter bij Arequipa kwamen begon het toch stilaan groener te worden en begonnen we ook een heel eind te stijgen. We kwamen tot de conclusie dat hier heeldere vlaktes woestijn op bijna 2000 meter lagen. Dat hadden we niet verwacht. Arequipa zelf ligt op meer dan 2000 meter en daarom dat we hier een paar dag blijven voor de gewenning aan de hoogte voordat we onze weg verder maken richting Machu Pichu en bergpassen over moeten van 5000 meter. 

En zo zijn we dus in Latijns Amerika beland na 7 maanden reizen. We zijn het reizen gelukkig nog niet beu en ook het leven uit onze rugzak gaat ons nog altijd goed af. 
Maar nu kijken we vooral uit om onze ouders weer te zien. 

Hopelijk gaat het met jullie allemaal goed en kunnen jullie genieten van de eerste lentedagen in België.

Adiós, 
Annelies en Joris


0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *