Buenos días,

De carretera austral was een roadtrip om u tegen te zeggen. Zo ongelofelijk mooi over zandwegen dwars door de bergen met gletsjer en besneeuwde bergtoppen, kristalheldere meren en wilde rivieren, vulkanen en fjorden. De carretera austral heeft het gewoonweg allemaal en dat ver weg van de bewoonde wereld. Het is niet voor niks dat hij staat aangeprezen als een must do roadtrip! Maar laat ik beginnen bij het begin.

De carretera austral (ruta 7) is meer dan 1200 km lang waarvan de grootste stukken nog niet geasfalteerd zijn. Het duurden zo’n 20 jaar om de weg volledig af te krijgen. Langs de route liggen kleine gehuchtjes die een paar straten groot zijn. Sommige hebben een tankstation en een klein winkeltje voor de basis voorzieningen maar verder is er niets. Het is nog maar de laatste 50 jaar dat er in deze regio mensen zijn komen wonen. Ik vraag mij soms nog steeds af waarom mensen daar zijn komen wonen want er is helemaal niets. Op de meeste plaatsen was er zelfs geen gsm bereik. Dus het gevoel van in the middle of knowhere te zitten was hier nog heel sterk aanwezig. Met een volle naftbak, reserve band en een hoop eten waren we er helemaal klaar voor om even weg van de wereld te zijn.

Ons avontuur van de carretera austral begon in ‘Chile Chico’. Een klein dorpje aan de grensovergang met Argentinië. Nadat we nog wat verse groenten hadden ingeslagen moesten we nog een 100 km rijden en dan waren we echt op ruta 7. We waren direct goed begonnen want deze weg was prachtig. Hij liep helemaal kronkelend langs het meer met alleen maar de weg tussen de bergen en het water. Ondanks de regen konden we toch nog veel zien van de omgeving en er van genieten. Maar te gelijk moesten we goed opletten aangezien deze gravelweg veel putten had en scherpe bochten waar je geen tegenliggers in ziet.

Eenmaal op ruta 7 zijn we nog een stukje naar het zuiden gereden tot het punt waar ‘rio baker’ en ‘rio nef’ samen komen. De ene rivier kristal helder van het gletsjer water en de andere een bruine rivier die uit de bergen komt. En nu zeker met de regen waren ze extra sterk.

Na even te hebben staan kijken, hebben we ons dan een plekje gevonden met de zicht op de rivieren om de nacht door te brengen.

Meer zuidelijker dan Puerto Bertrand gingen niet meer gaan aangezien we daar jammer genoeg geen tijd voor hadden. Het was ook ineens onze eerste kennismaking met een van de gehuchtjes op de carretera austral. En inderdaad buiten een paar huisjes en bootjes aan de rivier is er niet veel. Dus dan maar koers richting het noorden.

Onze volgende stop was ‘Puerto Rio Tranquilo’. Hier waren de Marmól caves. We reden per toeval een stijl weggetje naar beneden en kwamen daar uit bij een haventje waar je een boottour kon doen naar de Marmól caves. En voor we het goed en wel wisten zaten we al op een boot op lago General. Het tweede grootste meer van Zuid-Amerika.

Enkel vanop het water waren de Marmól caves zichtbaar aangezien deze zijn ontstaan omdat het water reageert met de stof die in de rotsen zit. Hierdoor worden de rotsen opgelost en krijg je verschillende formatie in de rotsen. We hadden geluk dat de zon er doorkwam waardoor we mooie foto’s konden maken. Sommige grotten waren zo groot geworden dat we er met ons bootje in konden gaan. Best wel grappig maar vooral mooi om te zien.

In Rio tranquillo was een afslag voor de valle exploradores. Ondanks dat het was beginnen regenen zijn we toch aan dit extra stukje route begonnen aangezien we gehoord hadden dat het een prachtige weg zou moeten zijn. We hebben deze voor ongeveer 70 km gevolgd met onderweg inderdaad prachtige uitzichten aangezien we aan weerszijde hoge bergen hadden met besneeuwd bergtoppen. Het weer klaarden ook stilaan op waardoor het alleen maar mooier werd.

Na ongeveer 55 km kon je twee verschillende wandelingen naar uitkijkpunten maken. Vandaar kon je dan de gletsjer zien. Tijd dus om de beentjes even te strekken. Maar ondertussen hadden we al wel wat gletsjers gezien en was deze niet zo een hele mooie vonden wij maar we hadden wel een leuke wandeling gehad.

We besloten uiteindelijk om niet meer helemaal terug te keren naar Rio tranquillo en ons in de buurt van de rivier te parkeren om daar te blijven voor de nacht. Volledig in de natuur en ver weg van alles was het prachtig om te kamperen.

De volgende ochtend werden we wakker met blauwe lucht en een zonnetje. Zalig!! We zijn dan terug gereden naar Rio tranquillo en vandaar onze weg op ruta 7 verder gezet met als volgende stop ‘villa cerro castillo’. Onderweg waren ze zware wegenwerken aan het uitvoeren. Met als resultaat dat het laatste stukje ineens geasfalteerd was. Vreemd om terug op asfalt te rijden na dagen van gravel.

Op de camping in Villa Cerro Castillo hoorden we dat de wandelpaden naar de vulkaan Cerro Castillo dicht waren omwille van het slechte weer. Er lag een halve meter sneeuw en er stond een zeer zware wind. Moeilijk te geloven aangezien het in het dorp aangenaam warm was en de zon scheen. Dan maar een chill middagje op de camping met een kleine wandeling door het dorpje en een warme douche ‘s avonds.

De volgende dag was het weer helemaal omgeslagen. Regen, wolken en mist. Geen weer om te wandelen en het wandelpad was trouwens nog altijd dicht. Zelfs als het open was zouden we niet zijn begonnen aan deze wandeling aangezien we toch niets zouden zien als we boven waren. Ons hebben ze niet meer liggen en dus reden we maar verder.

We reden een heel lang stuk over geasfalteerde wegen en hoe dichter we bij Coyhaique kwamen hoe drukker het ook werd op de weg. Dat waren we niet meer gewoon om zoveel tegenliggers te zien en voorbij gestoken te worden.

Coyhaique was de “grootste stad” op de carretera austral. Dat was een goed uitgerust dorp laten we zeggen in verhouding met alle gehuchtjes en kleine dorpjes die we al waren tegen gekomen. Hier was inderdaad wel wat industrie te zien, waren behoorlijk veel straten, was het druk in verhouding met wat de gewoon waren geworden maar nog steeds niets in vergelijking met thuis. Voor ons wel de ideale moment om boodschappen te doen aangezien hier een grote winkel was.

Het regende al heel de dag pijpenstele dus zijn we maar een koffietje gaan drinken met een stukje taart. Om vervolgens dan toch maar verder te rijden. Want Coyhaique was geen plaats waar we lang wilde blijven.

Van de volgende 200 km wordt gezegd dat dit het mooiste gedeelte is van de carretera austral. In het begin was het wat teleurstellend aangezien alles was dichtgetrokken door de regen, maar stilletjes aan trok het langzaam open en kregen we wederop prachtige uitzichten! Besneeuwd bergtoppen, groen gras en hopen bloemen langs de kant van de weg. De optrekkende mist gaf er een extra speciale touch aan. Het fototoestel maakten overuren en er werd extra traag gereden om er van te kunnen genieten.

Wanneer het ineens al laat bleek te zijn, zijn we op iOverlander (goede app met veel info over camperen enz) een spotje gaan zoeken om te slapen. We vonden er eentje bij de rivier met zicht op de bergen.

‘S morgens was het best helder en ideaal dus om de rest van dit mooie stuk route te rijden.

Onze volgende echte stop is aan het nationale park Queluat. Hier stoppen we om een wandeling van 3 km te maken naar een hangende gletsjer. Het pad is vol met modder van de regen van afgelopen dagen en daarnaast ook nog stevig klimmen. Maar voor de verandering hebben we eens zon als we aan het wandelen zijn. Eenmaal boven hebben we een mooi zicht maar het is moeilijk in te schatten hoe groot de gletsjer echt is aangezien we maar een klein stukje zien.

Wanneer het begint dicht te trekken vertrekken we maar terug naar beneden en tegen dat we er bijna zijn begint het toch terug te regenen. We hebben het even gehad met kamperen in de regenen en beslissen daarom om tot in Puyuhuapi te rijden en daar een hotelletje te zoeken. Na even rondzoeken hadden we iets gezelligs gevonden met nog vrije kamers bij een Duitser. We lopen nog even door de paar straten van het dorp en gaan dan gezellig iets eten met zicht op de fjord.

De volgende dag gaan we naar de ‘termas del ventisquero’. Hier hadden ze een paar natuurlijke hotwater pools met zicht op de fjord. Zalig!!! We hadden het bijna voor ons alleen en het was puur genieten. Je kon ook gemakkelijk de zee in om af te koelen en natuurlijk moest ik dat even hebben gedaan. Terwijl we er zaten zagen we ook een paar dolfijntje en zeehonden voorbij komen. Pure luxe en met helemaal opgeladen batterijen zijn we dan verder gereden.

Ondertussen was het prachtig weer geworden. Blauwe hemel en zon. Een van de beste dagen tot nu toe op de carretera austral. Dus we beslissen een mooie extra lus te rijden door valle mirta. Daar vinden we een mooie slaapplek aan een rivier en beslissen te stoppen met rijden en te genieten van de zon.

‘S avonds hebben we voor het eerst een open hemel en krijgen we een prachtige sterrenhemel aangezien we in de middle of knowhere zitten en er dus geen lichtvervuiling is.

De volgende ochtend genieten we van een tragere start aangezien we niet weten hoelang de zon zal blijven. Uiteindelijk rijden we nog door tot in Chaitén.

In Chaitén regelen we eerst nog een ferry tickets voor binnen 2 dagen en nadien gaan we richting het strand een tiental kilometers verder op. Het strand ziet hier zwart omwille van een vulkaan uitbarsting 10 jaar geleden. We hebben het strand zo goed als voor ons alleen en beslissen nog een mooie strand wandeling te maken.

We kunnen zelf blijven slapen aan het strand en worden daar nog getrakteerd op een mooie zonsondergang met zeehonden die in het water aan het spelen zijn.

En dan is het tijd voor terug wat actie. Na een verfrissende ochtendzwem rijden we het nationale park Pumalín in. Ruta 7 loopt dwars door dit grote nationale park dat super goed verzorgd is met veel mooie campings en wandelingen. En het is nog gratis ook.

Er zijn verschillende wandelingen, maar wij hebben gekozen om die naar de krater van de vulkaan die 10 jaar geleden uitgewbarsten te maken. Dit was weer een pittige wandeling. We moesten veel harder stijgen dan we hadden verwacht. Maar doordat het goed weer was konden we eens in onze kort broek wandelen 😁 Helemaal bezweet kwamen we boven aan en voor de verandering konden we eens is iets zien.

Na wat foto’s te hebben gemaakt, hebben we er nog geluncht en tegen dan kwamen er weer wolken opzetten. Tijd dus om naar beneden te gaan.

Aangezien we nog tijd over hadden zijn we nog een beetje verder gereden. Daar was nog een korte gemakkelijke wandeling. Deze keer niet meer stijgen maar gewoon een platte wandeling langs bomen die al meer dan 3000 jaar oud zijn. Buiten dat ze zo oud zijn, is het speciale eraan dat de schors niet rotten en zacht hout is waardoor het vroeger werd gebruikt om boten van te maken. Deze bomen zijn gigantisch hoog maar eenmaal de schors eraf word gehaald, sterven ze stilaan. Vandaar dat deze bomen nu met uit sterven bedreigd zijn.

Aangezien je in het nationale park niet mag wild kamperen zijn we op een van de vele goed verzorgde campings gaan staan. Deze zijn enkel betalend in het hoogseizoen dus hadden wij geluk. Maar desondanks dat het gratis was, waren we er van verschoten hoe proper en goed onderhouden het hier was.

En dan was de dag aangebroken dat we de ferry moesten nemen. Op een bepaald moment stop ruta 7 en kan je enkel met de ferry je weg verder afleggen. Het plaatsje waar de ferry vertrok was letterlijk daar waar de weg stopte aan de fjord. Buiten een café was er niets en als je de stijger zag zou je niet verwachten dat daar een ferry ging aanmeren. Maar aan de rij auto’s waren we zeker op de juiste plaats.

De eerste ferry was maar voor een kort stukje. Na 40 minuten waren we aan de andere kant van de fjord. Daar moesten we 10 km rijden tot aan de volgende fjord om vervolgens op de volgende ferry te rijden. Dat kleine stukje weg, was het drukste stuk dat we hebben gedaan. We reden in een lange sliert van auto’s met een hoop tegenliggers. Eenmaal op de tweede ferry konden we tussen de regenbuien door genieten van het uitzicht want deze overzet duurden 4 uur.

Uiteindelijk kwamen we ‘s avonds aan in Hornopirén. Een klein dorpje waar we het concept van “een camping” eens gingen proberen. Geen camping zoals wij dat kennen maar gewoon de achtertuin van een gezin. Daarnaast bieden ze nog een douche aan en hebben ze een overdekt stukje waar je kan koken. Helemaal prima na een lange dag reizen en als het mega hard is beginnen te regenen.

De volgende ochtend was het onze laatste dag om te rijden. We hadden nog een hele dag om tot in Puerto Varas te geraken dus hebben we er voor gekozen om via de kleine baantjes langs de kust te rijden en ruta 7 even links te laten liggen. Een hele mooie weg met af en toe wel wat zon aangezien het weer aan de zee altijd beter is dan in de bergen.

Eenmaal we Puerto Varas inreden kregen we een gek gevoel. Alles terug zo modern, voetgangers, voorangsbanen, verkeerslichten,… We moesten er duidelijk even terug aan wennen om in de bewoonde wereld te komen. We zijn duidelijke echt even helemaal weg geweest van alles en iedereen.

Hieraan komen betekend ook ineens een einde van onze roadtrip. Na 3000km is het tijd om onze auto in te leveren en met onze rugzak weer verder te gaan. We genieten nog even in Puerto Varas na van al het moois dat we hebben gezien. En maken stilaan plannen om terug richting Buenos Aires te reizen aangezien er jammer genoeg een einde gaat komen aan deze mooie reis. Maar gelukkig hebben we nog een kleine week voor we effectief het vliegtuig moeten opstappen en het back to reality is.

Al nagenietend van ons avontuur op de carretera austral, vele groetjes en tot snel!
Annelies en Joris

Categorieën: ChiliHuwelijksreis

1 reactie

Roomie · 1 december 2019 op 8 h 54 min

Heerlijk om weer een blog te kunnen lezen over jullie avonturen liefjes! Elke keer wanneer ik zie dat er een nieuwe online staat begint het te kriebelen. En alweer prachtige foto’s. 💕 Tot snel!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *