Hey allemaal,

De tijd vliegt hier gewoon voorbij. We hebben ondertussen 5 weken rondgereisd op het zuider eiland. Het was hier gewoonweg prachtig. Veel adembenemende landschappen zien voorbij komen, elke rit was een plezier om te rijden en we genoten dag in, dag uit.

We hebben dan ook echt veel gedaan, dus verwacht je maar aan een lange blog. Maar aangezien woorden hier vaak te kort schieten, gaan we de beelden zijn werk laten doen. Hopelijk kunnen we jullie zo ook een beetje laten meegenieten van al dat moois hier.

Onze route starte in het noorden van het eiland. Daar hebben we Rien (vriend van Joris) opgepikt want die ging een tijdje met ons meereizen nadat hij hier in Nieuw Zeeland gewerkt had. Met 3 zijn we dan richting het Abel Tasman nationale park gegaan. Via een dagwandeling hebben we een mooi stuk te zien gekregen. De wandeling voerden ons door het bos om dan op een prachtig goudkleurig strand uit te komen. Over het strand wandelden we dan verder om vervolgens weer in het bos uit te komen en zo ging het heel de wandeling door. Prachtig!! En vooral heerlijk dat we tijdens het wandelen een verfrissende duik konden maken in de helder blauwe zee. Ja Nieuw Zeeland heeft ons toch echt verrast met zijn stranden. Thailand kan er maar moeilijk aan tippen.

Tijdens het wandelen op een van de stranden kwamen we jammer genoeg gestrande walvissen tegen. Ze lagen er al een tijdje en ik moet zeggen dat dat geen aangenaam zicht was. Jammer dat dit onze eerste kennismaking met de walvissen waren. Maar zoals sommige via het nieuws wel vernomen hadden waren dit niet de enige. Een paar honderd kilometer verder zijn er bij Fairwel spit maar liefst 400 walvissen aangespoeld. Jammer genoeg hebben ze er maar enkele kunnen redden.

Fairwel spit was onze volgende stop maar van de gestrande walvissen hebben we niets gemerkt aangezien we niet op dat strand zijn gekomen wegens privé terrein. 
Fairwel spit zelf is eigenlijk een grote zandstrook die in het water ligt en zo een grote baai vormt. Vanaf de uitkijkpunten hadden we hier een mooi zicht op alhoewel het wel moeilijk was om een idee te krijgen van de ware grote.

Je had daar ook het meest noordelijke punt van het zuider eiland en een mooi ruw strand waar er zeehonden zaten. Die kwamen daar op de rotsen zonnen en de baby zeehonden waren in kleine plassen tussen de rotsen aan het spelen. Ongelofelijk hoe dicht je er bij kan en je kan blijven kijken en genieten van hoe die kleintjes aan het spelen zijn.

Van het noorden hebben we onze weg gemaakt richting de west kust. De plaats in Nieuw Zeeland waar je geteisterd wordt door zandvliegen en slecht weer. Van dat slechte weer hebben wij niet veel gemerkt. Stralende zon en een mooi blauwe hemel!! Zalig gewoon. Jaja je gaat het ons nog wel vaker horen zeggen, maar wij hebben hier ontzettend veel geluk gehad met het weer. 
Die zandvliegen daarin tegen waren in grote getallen aanwezig. Zot kon je er van worden want die bijten en de beten gaan dan als zot jeuken voor dagen… Sommige avonden was het zelfs zo erg dat we in onze bus moesten blijven zitten omdat ze gewoon met te veel waren. Zelfs de deetspray mocht niet baten…

Aan de westkust was de zee heel ruig wat voor grote en ruwe golven zorgt. Leuk om van op een afstandje te kijken maar zwemmen was jammer genoeg te gevaarlijk. De kracht van de zee werd nog maar eens bewezen bij ‘pancake rocks’. Dat waren grote steenformaties die met hoog water in de zee stonden en door de erosie dan uitgeslepen werden.

Verderop aan de westkust kwamen we dan de gletsjers tegen. We zijn zowel bij de Franz Josef gestopt als bij de Fox Glacier. Vooral de Frans Josef hebben we goed kunnen zien omdat de mist net optrok als wij er aankwamen. Het was wel moeilijk om de ware grote van de gletsjer in te schatten aangezien die vooral op de bergen lag en wij maar een klein stukje dat tussen de bergen naar beneden kwam konden zien. Als je zo naar de gletsjer toe wandelt, merk je dat die echt snel smelten want van waar de uitkijkpunten in 2015 waren was het nog een eindje wandelen tot het huidige uitkijkpunt…

En van de westkust gingen terug meer het binnenland in richting Wanaka. Ondanks dat we veel gezien hebben, bestaat het grootste deel van onze reis hier uit onderweg zijn. We overbruggen grote afstanden maar doordat de omgeving zo mooi en afwisselend is, wordt autorijden dan ook niet saai. 
Onderweg zijn er genoeg leuke plekjes om even te stoppen. Er zijn veel uitkijkpunten gemaakt langs de kant van de weg en als je de benen even wilt strekken zijn er ook genoeg wandelingen te doen onderweg.

Maar de weg naar Wanaka sprong er wel echt uit met zijn vele leuke korte stops. Er waren verschillende watervallen, uitkijkpunten en voor een verfrissende duik kon je stoppen bij de blue pools.

En eenmaal je daar voorbij bent, begin je langs ‘lake Wanaka’ te rijden. Je beseft pas hoe groot het meer is als je na 20 minuten rijden er nog altijd langs rijdt en er nog geen einde te zien is. En dan draait de weg en kom je bij een volgend meer (lake Hawea) waar je toch ook een kwartier naast rijd om dan vervolgens Wanaka binnen te rijden.

Wanaka zelf is een klein gezellig dorpje waar je heerlijk kan relaxen aan het meer en de auto voor een dag aan de kant kan laten staan.

Verder hebben wij daar ook een dagwandeling gemaakt. Via een stijle klim maakten we onze weg naar boven. Hoe hoger we kwamen, hoe beter ons uitzicht werd over lake Wanaka. Met als beloning voor het harde klimwerk een spectaculair uitzicht waar je voor gaat zitten om van te genieten.

Omdat we nog niet genoeg hadden van de grote meren zijn we het eiland dwars door gereden richting Christchurch. Tegen zonsondergang kwamen we dan aan bij ‘lake Pukaki’ waar we in de verte Mount Cook (hoogste berg van Nieuw Zeeland) zagen. Dit was een van de mooiste zonsondergangen die we hier gehad hebben.

Mount Cook beklimmen is enkel weggelegd voor de pro’s aangezien er een gletsjer op de top ligt. Dus hebben wij het gehouden bij een makkelijkere wandeling in de vallei. Via deze wandeling kregen we er ook een goed zicht op en kwamen we nog redelijk dicht tot bij de uitloper van de gletsjer.

We hadden dan nog één meer te goed op onze weg en dat was ‘lake Tekapo’. Wederom een groot meer dat omringt wordt met bergen. Om eerlijk te zijn, vind ik de wegen die naast de meren lopen het mooiste om te rijden.

Verder was dit ook de plek om sterren te zien. Want dit gebied is een ‘dark sky reserve’. Dat betekend dat er zo goed als geen lichtvervuiling is maar ook dat de hemel er extra donker is waardoor je goed sterren kan kijken. En ook nu hadden we weer geluk met het weer, want die avond was het helder en hadden we dus een fantastische sterrenhemel.

Onze laatste stop voor Christchurch konden we al vanuit de verte zien. In de verte zag je allemaal grote limestenen in het landschap. Deze stenen waren allemaal op 1 plaats verzameld en verder in het landschap waren die niet te zien. Deze plaats noemden ze ‘Castle hill’.  Als je er tussen liep, zag je pas echt hoe groot die stenen waren. Wij waren ineens maar heel klein. De stenen waren allemaal glad en hadden voornamelijk een ronde vorm. Deze combinatie zorgde voor een leuke uitdaging voor de jongens om op de rotsen te klimmen.

Door de stops onderweg waren we pas laat in Christchurch. We hebben dan maar Christchurch by night gedaan. Na een wandeling door de stad zijn we nog iets gaan drinken. Het viel mij vooral op dat deze stad nog altijd in opbouw is van zware aardbevingen van enkele jaren geleden. Daarnaast vond ik dat er voor een grote stad weinig leven op straat was.

De volgende dag zijn we door ‘Banks Peninsula’ gereden. Hier hebben we onze bus even uitgetest op zijn kunnen. We wilden graag naar een afgelegen baai rijden maar die weg was enkel voor 4×4 aangeraden omdat het een gravel weg was met stijle stukken. Daarnaast was er ook geen plaats voor tegenliggers. Het was een gokje maar dankzij Joris zijn goede rijkunsten en de bus die genoeg power had zijn we er vlot geraakt.

Vanuit Christchurch ging onze route verder langs de oostkust. Onderweg zijn we gestopt bij Oamaru om de ‘blue pinguïn’ te kunnen zien. Dit soort pinguïns komt daar ’s avonds aan land na een hele dag gezwommen te hebben in de zee. En effectief pas na 10 uur als het donker was en de rust aan de baai terug gekeerd was, kon je als je goed keek de kleine pinguïns zien zitten tussen de rotsen. Eentje had zelfs het lef om de straat over te steken na een tijdje om eten te gaan zoeken op de nabij gelegen camping.

De volgende grote stad aan de oostkust was Dunedin. Daar hadden ze de steilste straat ter wereld en uiteraard hoort daar de uitdaging bij om er op te rijden. En ja onze bus heeft die met glans doorstaan.

Nadien zijn we nog naar ‘Otago Peninsula’ gereden. Daar lagen wat zeeleeuwen op het strand te zonnen. Nadien zijn we ook nog doorgereden naar het informatiecentrum waar de Royal albatros hun nesten maken. En ons geluk kon precies niet op die dag want als we op het uitkijkpunt stonden, hebben we een paar albatrossen zien voorbij komen. Echt ongelofelijk grote vogels!!

Vanuit Dunedin vertrok ook de ‘southern scenic route’. Deze weg gaat via de kust naar het zuiden van het eiland en dan richting fjordland om daar land inwaarts te gaan richting Queenstown. Een mooie route die ons weer vele mooie foto’s heeft opgeleverd bij de ontelbaar veel plaatsen om te stoppen. Op de route waren er veel uitkijkpunten zoals ‘Nugget point en het meeste zuidelijkste punt, watervallen, mooie korte wandelingen, grotten om te bezoeken of een toffe galerij (the lost gypsy) om even binnen te springen.

Maar het hoogte punt voor ons onderweg was wel aan ‘Porpoise bay’. Die baai was de thuisbasis van de Hector dolfijnen (de kleinste dolfijnen ter wereld). Ondanks de koude zee zijn we toch het water in gegaan om met de dolfijnen te kunnen zwemmen. Een hele belevenis want je ziet ze zwemmen en dan is het rond kijken waar ze terug boven gaan komen. Er zaten 2 dolfijnen daar op dat moment en ze kwamen ook heel dicht bij ons. Lichtelijk onderkoeld zijn we dan de zee terug uit gekomen met weer een speciale ervaring erbij.

Bij fjordland nationaal park draaide de weg dan terug het binnenland in richting Queenstown. Maar wij zijn eerst nog naar ‘Milford sound’ geweest in fjordland. Een prachtige plaats maar waar ze wel tot meer dan 200 regendagen per jaar kennen. En ook hier was het weer ons goed gezind want wij hadden er stralende zon. Zo konden we de bergtoppen rondom de fjord goed zien en was het aangenaam op de boot. Want enkel via een boottocht kon je een goed zicht krijgen over de fjord zelf. Een prachtige plek! Ondanks al het moois dat we al gezien hadden, blijft het land ons verrassen.

In Queenstown hebben we door het dorpje zelf gewandeld wat klein maar gezellig was. Maar we hebben vooral een paar wandelingen gemaakt in de buurt. Waaronder de Queenstown Hill om een uitzicht te krijgen over de omgeving met de hoge bergtoppen en lake Wakatipu. Dit is het 2de zuiverste meer ter wereld wat maakt dat je beter uit het meer drinkt dan water te gaan kopen in de winkel.

Na Queenstown zijn we dan terug richting fjordland gereden want we hadden een overnight cruise geboekt om ‘Doubtful sound’ te zien. Dit is een van de grootste fjorden in het nationaal park en enkel via een boot bereikbaar.

We moesten eerst 45 min op een boot zitten om Lake Manapouri over te steken. Vervolgens nam een bus ons mee over de duurste weg in Nieuw Zeeland voor een uurtje om zo aan te komen bij de fjord. En daar mochten we dan aan boord gaan van de Navigator.

Eenmaal op de boot was het genieten van het begin tot het einde. De mist trok stilaan weg en de zon kwam te voorschijn. Hierdoor konden we de ware grote van de bergen rondom ons goed zien en merkten waarom iedereen zo lovend is over deze plaats. Woorden schieten mij te kort om al de indrukken te beschrijven maar gelukkig hebben we foto’s die ons kunnen helpen om een beeld te scheppen.

Wat deze fjord zo groot maakt zijn de verschillende zijarmen. In een van de zijarmen zijn we gaan kajakken en nadien konden we daar dan ook zwemmen.

Na de verfrissende duik zijn we richting de Tasmans zee gevaren en eenmaal op open zee hebben we dan een stukje gezeild. We hadden dan zicht op de fjord langs de ene kant en langs de andere kant was de open zee waar we in de verte zelfs een walvis konden zien en hier vloog de albatros ook voorbij. Vooral het feit dat we zeilden maakte het extra leuk want de omstandigheden waren gewoon ideaal. Genieten in het kwadraat!!

Met zonsondergang vaarden we de fjord terug in om ons voor anker te leggen in één van de zijarm voor de nacht. Helemaal afgezonderd en in het midden van de wildernis met het geluid van de zee en een volle maan die ons van licht voorzag. Ook hier komen we weer woorden te kort.

De volgende ochtend zijn we dan nog een laatste arm in gevaren. Daar zwommen de dolfijnen met de boot mee terwijl de zon stilaan opkwam. Beter dan dit kon onze dag niet beginnen. En dan was het jammer genoeg tijd om terug richting onze auto te gaan. We waren er allebei duidelijk over dat dit het hoogte punt van onze reis in Nieuw Zeeland was!!

Terwijl we nog aan het nagenieten waren, maakten we onze weg terug richting Christchurch om via daar het laatste stukje van het zuid eiland te verkennen. 
Aangezien we deze route al eens gereden hadden, zagen we de kilometers vlot voorbij gaan.

In Cromwell hadden we een fijne slaapplaats gevonden bij het meer. Een ideale reden om optijd te stoppen met rijden.

Want leuke slaapplaatsen hebben, vonden we toch wel belangrijk aangezien we dan het kampeergevoel kregen maar ook het gevoel van vrijheid! 
Want naast alle leuke dingen die we gezien en gedaan hebben, was het het kamperen dat een extra dimensie gaf aan onze reis hier. Niets beter dan eten met een mooie zonsondergang, in slaap vallen met het geluid van de zee of wakker worden met een prachtig uitzicht.

Na onze nacht in Cromwell zijn we dan in 1 rechte lijn doorgereden naar Christchurch. Om onze benen even te kunnen stretchen zijn gestopt bij de ‘Clay Cliffs’. Dat waren kliffen die bestonden uit kleirotsen. Voorzichtig zijn we dan naar boven geklommen om een mooi uitzicht te hebben over de omgeving.

Na afscheid te hebben genomen van Rien in Christchurch zijn we dan richting Kaikoura gereden. De plaats om walvissen te spotten. Vol verwachtingen kwamen we daar aan en tot onze spijt bleken alle boten volgeboekt te zijn. Zelfs via de wachtlijst lukten het ons niet om een plaatsje te bemachtigen. 
We hebben dan een alternatief gezocht om toch een walvis van dichtbij te kunnen zien. Want de gene die we op doubtful sound hadden gezien was maar een zwart puntje in de verte.

We hebben dan voor een tour gekozen die zich vooral richt op dolfijnen, maar via de recensies hadden we gelezen dat veel mensen ook walvissen zagen. En moesten we er geen gezien hebben, dan hadden we toch nog maar eens met dolfijnen kunnen zwemmen want dat werd ook gedaan op deze tour. Dus teleurgesteld gingen we zeker niet zijn.

En wat voor een prachtige tour hebben wij gekregen! Bij de eerste dolfijnen die ze zagen, zwom gewoon een walvis mee. We konden hem zelfs van dichtbij zien dus ons geluk kon niet op en onze opzet was dan ook ineens geslaagd.

Nadien kwamen we een school met wel een stuk of 80 dolfijn tegen. De moment om het water in te gaan! Deze keer hadden we warme wetsuits aan waardoor we optimaal konden genieten en door de snorkel kon je de dolfijnen onder je door zien zwemmen. Soms zwommen er wel een stuk of 8 rond ons heen. En op een bepaald moment was er zelfs een dolfijn die rondjes met mij zwom. Zo leuk!!

Deze dolfijnen waren groter en speelser dan de Hector dolfijnen. Ze zwommen met onze boot mee en vonden het ook leuk om uit het water te springen. Ideaal voor ons om foto’s te maken. 
Het was echt een totaal andere ervaring dan de eerste keer. Deze keer had ik veel meer het gevoel met dolfijnen te hebben gezwommen.

En na bijna 5 weken reizen op het zuid eiland werd het dan tijd om terug richting Picton te gaan om de ferry te nemen naar het noorder eiland. Maar door de zware aardbeving van november 2016 in Kaikoura waren de wegen enorm hard beschadigd. Op de heenweg hadden we er al voorbeelden van gezien en waren er veel wegenwerken. Want op veel plaatsen zijn er landverschuivingen geweest of zelfs hele stukken weg die een paar meter dieper zijn komen te liggen waardoor de weg dus compleet weg is. Dit is ook gebeurd op de hoofdweg naar Picton waardoor we een omweg van +/- 400 km moesten maken door het binnenland.

Deze omweg hebben we uiteraard goed benut door onderweg nog te stoppen bij de Hanmer springs. Daar waren heerlijke hot pools om van te genieten. Maar de omgeving was ook de moeite en die hebben we via leuke maar toch uitdagende mountainbike tracks ontdekt.

Onze laatste stop op de weg naar Picton was dan bij de Nelson meren. Ook deze meren waren weer van een groot formaat en zeer uitnodigend voor een verfrissende duik.

En zo zijn we dan toch in Picton geraakt om de ferry te nemen naar het noorder eiland. We hebben het goede weer gewoon met ons mee genomen waardoor we deze keer een mooi zicht hebben op de omgeving.

Op het noorder eiland hebben we nog een week om te genieten van al het moois hier. Want daarna vliegen we naar Peru waar een nieuw hoofdstuk en nieuwe avonturen ons te wachten staan.

Zonnige groetjes, 
Annelies en Joris

Categorieën: New ZeelandWereldreis

0 reacties

Geef een antwoord

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *