Sabona,
Hier zijn we weer na 16 dagen in Mongolië rond getrokken te hebben. Vaak heb ik gedacht hoe ga ik dit allemaal kunnen beschrijven op onze blog. Zo veel indrukken en dingen die je mee maakt. Maar ik heb een poging gedaan en hopelijk kan je er met de foto’s erbij een beeld van vormen.
Misschien nog even een klein detail voor je begint te lezen. Het is echt een lange blog geworden dus zie dat je tijd hebt. :p
Maar laat ik beginnen bij het begin. Nadat we ’s morgens vroeg zijn aangekomen in onze hostel in Ulan Bator zijn we opzoek gegaan naar een organisatie om een tour te boeken. Dit is gelukt en gelijk de volgende dag vertrokken we.
We gaan met een Russische busje 16 dagen lang door Mongolië rond rijden. We hebben een driver die geen Engels spreekt maar wel heel goed kan rijden, hij was altijd vrolijk en zijn lach was echt grappig. Die lach zullen we nog gaan missen.
Daarnaast hadden we ook nog een gids. Daar ga ik kort over zijn want daar waren we eigenlijk niet echt tevreden van. Een beetje jammer want dat heeft wel wat afgedaan aan onze ervaring. Ze vertelde en vertaalde heel weinig. En bij alles wat we zagen moesten we dingen vragen. Ze was wel lief en kon goed koken dus we hebben altijd wel goed gegeten en vooral heel veel.
Maar we hebben er vooral zelf iets van gemaakt en als je er nu op terug kijkt, hebben we echt veel gezien en gedaan.
Onze trip vertrok richting het noorden. Onderweg sliepen we in een Ger(soort ronde platte tent) bij een familie. De familie had dan een paar extra gers staan waar dan toeristen in konden slapen. In die gers staan dan een paar bedden (lees: een houte plank met 4 poten onder) en een stoof. En die was ook echt nodig want tijdens de avonden en nachten was het al goed koud. Gelukkig hadden het grooste deel van onze trip overdag wel goed weer.
De stoof werd dan tegen de avond en in de ochtend terug aan gestoken om het warm te hebben. In het noorden was dat met hout in centraal Mongolië met kolen en in het zuiden met kamelen strond. Wel aangenaam om zo wakker te worden in een warm gestookte Ger.
Eenmaal we Ulaan bator uit waren werd het verkeer ineens heel rustig. Het verkeer was met de ochtendspits echt een hel in Ulaan bator. We baanden ons dan ook echt een weg door het verkeer. Geduld hebben ze hier in het verkeer dan ook totaal niet en als voetganger heb je dan ook geen enkel recht! Zelfs niet aan de zebrapaden of als je groen licht had.
Het was dus leuk om uit die drukte te zijn en een beeld te krijgen van de countryside. Want eigenlijk is heel Mongolië countryside buiten dan de hoofdstad.
Zolang je op de asfvalt wegen blijft rijden zie je meer leven en is het allemaal wat meer bewoont. En hiermee bedoel ik dat je meer gers ziet staan en je vaker langs een dorpje rijdt. En de dorpjes hier zijn nog kleiner dan een boergat bij ons. Die stellen echt niet veel voor. Je hebt er vaak een kruidenier winkeltje en in de iets grotere heb je ook nog een lagere school. Maar al die dorpjes zien er heel oud en onverzorgd uit. Voor je het weet ben je het dan ook gepasseerd.
Verder heb je ook nog een paar grotere steden en daar heb je dan wel hotels, winkels, middelbare scholen, ziekenhuis. Maar die zijn vaak een paar uur rijden voor de meeste mensen. Voor alle belangrijke dingen en medische zaken die iets gecompliceerder zijn moeten ze naar de hoofstad wat voor sommige echt een paar dagen rijden is.
De kinderen zitten hier dus ook allemaal op internaat en voor de universiteit moeten ze naar Ulaan bator gaan. De meeste die gestudeerd hebben blijven dan ook in de hoofdstad omdat daar de jobs zijn. Op die manier woont dan ook de helft van de bevolking (1,5 miljoen mensen) in de hoofdstad en blijft die steeds groeien.
Eenmaal dat we van de asfvaltwegen waren en offroad gingen rijden, merk je pas echt hoe wijds het land is en hoe afgelegen de mensen hier wonen. Echt moeilijk om het landschap te beschrijven maar ik zal toch een poging doen. Je kan altijd ver zien en het landschap ziet er dan heuvelachtig uit en in de verte zie je toch ook altijd nog bergen. En dan in de verte zie je vaak nog een kudde dieren staan en een Ger. Overal waar je dieren ziet weet je dat er iemand woont.
De families die daar leven, wonen allemaal in een Ger en ze hebben allemaal kuddes met dieren. Hoeveel en welke dieren ze hebben hangt van de familie af. Zo zagen we kuddes paarden, koeien, schapen, geiten en in de woestijn ook kamelen. De dieren liepen gewoon vrij rond, liepen over de weg en vaak reed je door de kuddes heen (want ja gedult had onze driver niet). Ze zijn echt vrij om te gaan en staan waar ze willen. Ze hebben wel allemaal een kenteken zodat de families weten welke dieren van hun zijn.
De dieren werden ’s avonds vaak weer tot bij de familie gebracht. Iemand ging dan te paard zijn kudde terug halen. Sommige deden het niet meer per paard maar met een motor.
De motor was dan ook voor vele families het vervoersmiddel. Vaak zaten ze er met 2 of 3 man op en dan nog een hele hoop bagage. Ongelofelijk hoe ze hier rondrijden met die motors. Sommige verhuizen zelfs met hun motor.
De meeste hadden naast hun Ger ook wel een auto staan voor als ze verder weg moesten rijden ofzo.
De families waren op zichzelf aangewezen om te overleven. Hun dagtaak was dan ook dieren verzorgen en zich voor te bereiden voor de winter. Verder melken ze ook hun dieren en van een deel van die melk wordt ook een soort van kaas gemaakt.
Geregeld slachten ze dan ook een van hun dieren. Het vlees wordt dan verkocht of ze eten het zelf op. Zo hebben wij een schaap zien geslacht worden en echt alles wordt gebruikt om op te eten. En de restjes zijn voor de honden. Het was echt ongelofelijk om te zien hoe ze die darmen en maag dan proper maken. En ik moet wel bekennen dat je honger wel even over is als je zo iets ziet. En zeker als je ziet dat ze de kommetjes gebruiken om bloed in te doen waar jij de dag ervoor nog uit hebt gedronken.
De winters zijn heel streng met veel sneeuw. Daarom verhuizen de meeste mensen tegen november dan ook naar hun winterkamp. Dat houdt in dat ze heel hun Ger en inboedel afbreken en op een andere plaats ( meestal tegen een bergwand aan) weer opbouwen. We hebben mensen bezig gezien zo een Ger af te breken en dat gaat echt snel! Hier verhuizen ze letterlijk met huis en al.
Veel spullen hebben die mensen ook niet. En wij zijn bij verschillende families op bezoek geweest en elke Ger ziet er van binnen ook anders uit. De ene heeft het mooi aangekleed en bij de andere staat er buiten een bed en stoof zo goed als niets in. De meeste hebben wel van die plastieken tonnen staan waar ze de melk van de dieren in bewaren.
Deze mensen leven echt met een minimum aan comfort want er is geen stromend water en de wc bestaat uit een diepe put met een houten plank over waar je dan op kan gaan staan. Ze zijn wel altijd vindingrijk met het bedenken van toch een beetje stromend water te hebben. Zo hadden ze op een vuilbak een kraantje gezet en in de vuilbak wordt dan water gedaan. En als afloop van de wasbak hebben ze dan gewoon een emmer staan die wordt uitgekapt als die vol zit.
Hun water komt meestal van bronnen die ze op veel plaatsen in het land hebben.
Verder zie je wel dat de mensen toch in de buurt van elkaar wonen maar de verschillende families wonen vaak toch nog even rijden van elkaar.
Maar overal was je welkom in een familie en kreeg je melk en iets om te eten aangeboden. Vaak kregen we gefermenteerde paardenmelk, maar puur was dat niet echt lekker en was het een paar slokken drinken uit beleefdheid. Het was een hele zure smaak vond ik. En daarnaast kreeg je dan ook een soort van kaas dat ze van die melk hadden gemaakt maar dat was echt niet te eten. Kei hard en droog.
Laat ik nu maar weer even verder gaan over waar we geweest zijn met onze tour. In het noorden zijn we gestopt bij het ‘hostel lake’. Ik heb er niet veel van gezien want ben daar ziek geworden. Echt de plaats om ziek te worden. In de middle of nowhere liggend op een houten plank en geen wc… Echt een topervaring om in zo een situatie ziek te zijn… Dan besef je weer hoe goed wij het eigenlijk hebben. Lang leve de paracetamol die we mee hadden en gelukkig was ik snel beter. Joris was daar nog gaan paardrijden en wandelen.
Vanaf het noorden zijn we door centraal Mongolië gereden richting de gobi woestijn. En vanaf dan waren het alleen nog maar offroad wegen. En dat hebben we geweten ook want er waren in de auto geen gordels en we zijn goed door elkaar geschud geweest!
Onze eerste dag offroad was dan ook ineens de meest intense. Heel veel putten, stenen, rivieren en bergen. We zijn geregeld geslipt waardoor we kei hard moesten remmen voor de afgrond. Het is een paar keer echt op het nippertje geweest. Maar door die zware noodstops te moeten gemaakt, heeft de driver zijn linker rem kapot gereden. En dat met nog 200 km te gaan. De driver zei niks en reedt gewoon door maar Joris had dit al snel door en heeft me dan gewaarschuwd. Na zo,n 50km kwamen we ergens boven op een heuvel en moesten we terug naar beneden. Het ging steeds sneller en de driver maar op zijn rem pedaal duwen helaas nu was ook zijn rechter rem kapot en raasde we met een rotvaart naar beneden. Gelukkig was er aan de ene kant een bergwant en konden we die op het einde oprijden nadat we bijna waren omgekanteld stonden we stil. 2 minuten pauzen en we reden gewoon door. Alleen ging het deze keer wel veel trager.
Verder hebben we ook water in de motor gekregen en bijna vast gezeten in de modder.
Gelukkig zijn we heel aan gekomen bij het ‘white lake’ want zo 200 km rijden zonder remmen is op sommige momenten toch ook wel wat spannend. De volgende dag heeft de driver dan de remmen gemaakt.
Verder zijn we in centraal Mongolië nog gestopt bij een vulkaankrater die we zijn overgelopen en de hotsprings. De hotspring was zalig want na een kleine week konden we dan eindelijk nog eens douche en naar een ‘normale’ wc gaan 🙂 Je gaat de kleine dingen ineens heel hard waarderen!
De hotsprings zelf waren ook wel leuk maar de meeste waren te warm voor ons. Het warme water was afkomstig van een warmwaterbron en die ruiken er naar zwavel.
Nadien zijn we dan bij een waterval gestopt. Op zich geen heel spectaculaire waterval maar ik had er in dat landschap ook geen verwacht. We zijn daar in de omgeving gaan paardrijden. Jaja ik heb voor 4 uur op een paard gezeten!!! Kwestie van grenzen te verlengen! Joris heeft er wel echt van genoten en ik stiekem ook wel een beetje als we stapvoets gingen. Want we gingen ook echt door rivieren en in galop. Maar mijn paard had duidelijk door dat ik dat niet graag deed want die wilde bijna nooit mee in galop.
Nadien zijn we doorgereden richting de gobi woestijn. Op de weg er naartoe zag je het landschap stilaan veranderen en echt dor worden. En dan ineens zag je de kamelen 🙂 Het was geen zandwoestijn en op sommige plaatsen waren er ook kleine riviertjes of een meertje. Doordat er dus water was, was de woestijn wel dor maar zag je af en toe ook nog wel groene dingen. Mijn beeld van een woestijn is wel wat veranderd hierdoor.
Onderweg hebben we dan ook 2 keer gekampeerd. En dat was echt wel een leuke ervaring. De eerste nacht was aan een rivier tussen allemaal hoge grassen (want toen waren we nog niet echt in de woestijn). De tweede nacht hebben we dan aan de rand van de woestijn geslapen op een soort klif. Alleen wij daar en ons tentje. Ook dat was een speciale ervaring en helemaal wanneer er ’s nachts een zware wind de kop op stak. Gelukkig hadden we een goede tent, maar voor alle zekerheid zijn we toch nog maar al onze extra stormkoorden gaan vast zetten. Ik denk dat we dicht tegen een zandstorm aanzaten.
In de woestijn zijn we dan gestopt bij de hoogste zandduinen van de wereld en daar was het echt warm en ook tijdens de nachten en dat was zalig om eens niet zo veel kleren te moeten dragen, maar gewoon in een short te kunnen lopen. We zijn daar ook op een kameel gaan rijden en dat was wel leuk. Grappige dieren eigenlijk.
En tegen zonsondergang zijn we dan op het hoogste punt van de zandduinen gegaan en daar naar boven geklommen. Die was 300 meter hoog maar het was echt een vermoeiende klim want die was gewoon kei stijl! Zo stijl dat je op handen en voeten naar boven moest en je voor elke 3 stappen je er wel 2 terug naar beneden gleed. Echt zot eigenlijk. Maar eenmaal boven had je echt een prachtig zicht en wij waren er tegen zonsondergang dus dat maakte het nog extra mooi.
Daarna werd het tijd om terug richting Ulaan bator te rijden in verschillende dagen. Onze volgende stop was aan een canyon waar we een stuk hebben doorgelopen. In de bergen waar deze canyon was leven veel wilde dieren zoals wolven, geiten en snow leopards. We hebben helaas geen dieren gezien buiten heel veel muizen. Het weer is daar op een nacht tijd helemaal omgeslagen. Tegen dat we ’s morgens wakker werden stond er een ijskoude noordenwind en lag er zelfs wat sneeuw. En dat in de woestijn waar kamelen stonden!! Dat had ik dus echt niet zien aankomen want ik heb altijd gedacht dat kamelen op warme plaatsen leefde.
En vanaf dan was het elke dag en vooral ’s nachts echt heel koud. Ik sliep in 2 slaapzakken, mijn inliner en dan nog 2 dikke dekens op mij om geen koud te hebben. Echt zot eigenlijk!
Het uur in Mongolië was ook veranderd naar wintertijd en het weer was duidelijk mee veranderd.
Tijdens onze trip is wel duidelijk geworden dat ik hier nooit zou kunnen wonen. Zo afgelegen en er is echt niets. Meestal gingen wij nog even wandelen maar echt ver kon je ook niet gaan want op sommige plekken zou je dan verdwalen omdat alles zo op elkaar lijkt. Zo hebben we ons ook vaak afgevraagd hoe onze driver de weg altijd vind want alles lijkt op elkaar en ineens uit het niets veranderde hij dan van route. Heel knap hoe hij zich kon oriënteren op de bergen want ik was toch ook vaak het noorden kwijt.
Daarnaast werd het ook om 19 uur donker en dan kon je helemaal niks meer doen want ze hadden ook niet overal licht in de gers en buiten was het super donker. Ben nog nooit zo veel nachten na elkaar vroeg gaan slapen nadat we weer wat uno of yatsee hadden gespeeld.
Maar des ondanks dat er niets was kwam je wel altijd mensen tegen terwijl je aan het rijden was. Het was niet zoals ik verwacht dat je voor verschillende uren reedt en niemand tegen kwam.
Je kon ook echt rijden op plaatsen waarvan je dacht waar in hemelsnaam zit ik ergens op de wereld en dan ineens mensen te zien werken om een brug te bouwen over een rivier. Je vraagt je dan echt af wat die daar doen en hoe ze hun kraan daar ooit gekregen hebben. En wat het nut ervan ook is want ze rijden normaal gewoon door de rivier.
Net het zelfde als met de dorpjes. Ineens kwamen die dan opdagen in het landschap waar je het totaal niet zou verwachten. En even snel als ze kwamen waren ze ook weer weg want ze waren maar een paar straten groot.
Wat we echt niet hadden verwacht was dat er zoveel afval lag overal. Het was duidelijk dat de mensen er niet om gaven en gewoon hun afval weg gooide waar ze stonden. Zo waren er ook geen vuilbakken te bekennen in de hoofdstad.
Het doet wel echt af in het landschap om al die rotzooi te zien liggen.
Eenmaal we terug in Ulaan Bator waren, moesten we toch allebei even wennen aan een drukke stad. We hebben nog wel eens lekker pizza gaan eten want ondanks dat onze gids goed kon koken waren we al het soepachtige eten en het taaie vlees wel even beu.
We waren daar enkel nog maar voor de avond in de stad want de volgende ochtend (29 september) stappen we op de trein richting Peking. Op naar het volgende land. En voor China zijn we wel benieuwt aangezien we daar gaan zijn in de golden week (dan heeft heel China vakantie). Ondertussen hebben we er al zoveel verschillende verhalen over gehoord dat we zelf zullen moeten zien wat het inhoud. Ik zal jullie op de hoogte houden over hoe wij het ervaren hebben.
Zo nu zijn jullie terug op de hoogte. Ik hoop dat met jullie alles goed gaat!
Groetjes en tot in China!
Annelies en Joris
0 reacties