Hey,
Het is ongelofelijk hoe snel de tijd gaat want we zijn al 3 maanden aan het reizen. Met andere woorden hebben we al een vierde van onze reis achter de rug waar we al ontzettend van genoten hebben.
We weten dat ons reistempo redelijk hoog ligt maar voorlopig hebben we daar nog geen last van. We willen allebei graag veel zien en kunnen ook genieten van het onderweg zijn. Maar af en toe verlangen we wel naar een rustdag of eens een keer uitslapen.
Voor de gene die het zich afvragen hoe het is om uit een rugzak te leven. Het is gemakkelijk. Veel kleren heb ik niet dus er valt niet veel na te denken over wat ik zou aandoen. Ik heb ook al alles gebruikt wat er in mijn rugzak zit dus heb zeker niet te veel bij. Maar eerlijk is eerlijk ik heb er ook al op gevloekt. Want hier in zuid oost Azië is het warm en zijn die stapschoenen, slaapzak en dikke trui alleen maar zwaar en nemen ze veel plaats in beslag, maar ze komen soms wel van pas en dan ben je weer blij dat je ze bij hebt.
Verder zijn we ook echt gaan leven van dag tot dag. We beslissen meestal de dag ervoor wat we de volgende dag willen doen. Onze plannen veranderen dus ook steeds maar van die vrijheid kunnen we echt genieten.
Zoals je kan lezen zijn we volop aan het genieten, gaat alles prima met ons en verloopt onze reis tot nu toe echt vlot. Wij denken nog lang niet aan naar huis komen. Dus zal ik maar verder gaan met wat we allemaal nog gedaan en beleefd hebben.
Na 4 zalige dagen op de brommer te hebben gezeten, zijn we na een lange busrit aangekomen in Vietnam. Maar jullie hebben het verhaal van “the loop” nog te goed dus laat ik daar mee beginnen.
“The loop” is een 3 daagse brommer rit die start en eindigt in Thakhek. Wij hadden beslist om er 4 dagen over te doen zodat we ons niet moesten haasten en onderweg konden stoppen. In Thakhek hebben we onze brommer gehuurd en dan ineens vertrokken. Ik zat lekker achterop bij Joris en Line (die met ons mee reisde tijdens de loop omdat ze dat niet alleen wilde doen) had uiteraard haar eigen brommer.
We zijn al snel van de grote weg afgegaan om naar de Boeddha cave te gaan. Die weg er naar toe was off road en met de nodige diepe punten. De grot op zich was helemaal niet groot, maar de mensen gebruikten de grot als regileuze plaats. Heel de grot stond vol met Boeddha beelden. Zowel grote als kleine en in allemaal verschillende materialen gemaakt.
Nadien zijn we een weg ingereden om te kijken of daar iets was maar dat was niet het geval. Maar volgens de kaart op de gsm liep de weg wel helemaal door tot de volgende plaats waar we naartoe wilden. We zijn dan maar op die weg gebleven want dat was een off road weg en die zijn natuurlijk veel leuker dan de hoofdwegen. Maar dit was duidelijk een weg dat niet veel gebruikt werd want het was een zware offroad weg. Op bepaalde stukken was het mulle zand waar je door moest, dan waren het weer diepe putten en nadien was er bijna geen weg meer te bekennen. Maar toch zijn we 2 dorpjes tegen gekomen en als we bij de rivier uitkwamen zaten daar kinderen te spelen en was er een vrouw zich aan het wassen.
Een klein detail, er was geen brug of iets dergelijks… De rivier was te diep om er door te rijden en heel de weg terug zagen we ook niet echt zitten. Joris had dan het zotte plan om het voorwiel op te tillen zodat de motor droog zou blijven en dan zo de rivier over te steken. Gelukkig werkte zijn plan goed en zijn onze brommers zonder problemen aan de overkant geraakt.
We vonden dat het toen tijd was voor een welverdiende pauze en hebben de watermeloen opgegeten die we onderweg hadden gekocht en die ik al heel de rit aan het dragen was om die te beschermen van de vele putten in de weg.
Heerlijk met onze voeten in het water en een watermeloen in onze hand. Living the good life 🙂
Nadien zijn we doorgereden en zijn we gestopt bij de Thafalang rivier voor een verfrissende duik. Dan zijn we weer door gegaan want we hadden nog niet veel kilometers afgelegd en we hadden niet meer veel tijd voor het donker werd.
Via de hoofdweg zijn we dan verder gereden tot in Nakai. Daar zijn we dan gestopt in een guesthouse want het was al een tijdje donker en zo rijden in het donker was niet leuk. De muggen en vliegen kwamen heel de tijd af op het licht van de brommer waardoor die in je ogen vlogen en je kon ook niets meer zien van de omgeving. Wat echt jammer was want het was er prachtig. Je reedt tussen de bergen en het was dan ook heel de dag gewoon genieten van het uitzicht.
Op onze tweede dag hebben we onze tocht verder gezet. En de voormiddag was echt leuk rijden vond ik. Ondanks dat we op de hoofdweg reden was het helemaal niet druk en we reden langs allemaal water. We passeerden de Nam thoun rivier en die was opgesplitst door allemaal eilandjes. En in het water groeide gewoon bomen of lage half gezonken houten bootjes.
Op een bepaald moment zijn we het bos in gegaan om daar op verkenning te gaan. We zijn te voet verder moeten gaan en zijn op een riviertje gebotst.
Na een lang eind te hebben gereden kwamen we in de namiddag aan bij de cool springs. Een groot deel van deze weg werd op verschillende blogs aangegeven als een moeilijk stuk rijden, maar ze hadden duidelijk net een nieuwe weg aangelegd want wij reden over een goed geasfalteerde weg. Verder op onze tour kwamen we wel vaker plaatsen tegen waar ze bezig waren met een asfaltweg aan te leggen. Er werd duidelijk had gewerkt aan een betere infrastructuur.
Het water van de cool springs was inderdaad echt koud, maar zo helder dat we toch maar zijn gaan zwemmen voor we doorreden.
Het laatste stukje van de dag was nog een bergpas waar we over moesten. Op het hoogste punt van de pas was er een uitkijkpunt. We hadden daar een mooi zicht over de vallei waar we die nacht zouden slapen en we kregen er nog een mooie zonsondergang bij ook.
Elke avond zoeken we een geusthouse voor die nacht. We verschoten er van hoeveel er eigenlijk wel zijn want ze hebben er echt veel en sommige hebben ook nog veel kamers. Maar de plaatsen waar wij stopten zijn niet toeristisch, waardoor wij soms de enige gasten in een geusthouse waren.
Op onze derde dag zijn we eerst langs de Na Sanam waterval gegaan. Het eerste stukje kon je nog rijden en nadien moesten we verder wandelen. De waterval was niet zo spectaculair maar de wandeling er naartoe was wel leuk. Overal in het bos hadden ze bordjes opgehangen om de richting aan te wijzen ookal was er maar één wandelpad.
Nadien zijn we door gereden naar de Konglor cave. Deze grot kon je enkel met een boot bezoeken. Dus wij een klein houten bootje ingestapt en de donkere grot ingevaren. Buiten onze zaklamp was er geen licht. We vaarden op een rivier die helemaal door de grot stroomde en 7 km lang was. Het was echt indrukwekkend om door een grot zo lang te varen en die vanbinnen ook nog heel ruim was. Het was voor ons een van de speciaalste grotten die we al hebben bezocht.
Nadien zijn we naar ons hotel gegaan want we vonden dat we wel eens een keertje iets meer luxe verdiende na al die tijd. En onze kamer keek uit op de rivier waar ik ’s avonds nog even in heb gezwommen. Na het eten zijn we bij het kampvuur gaan zitten en hebben we een gezellige avond gehad.
Op onze laatste dag moesten we heel wat kilometers afleggen om terug in Thakhek te geraken. Maar het was vooral via de hoofdweg rijden waardoor we goed konden doorrijden. We zijn in de namiddag dan nog gestopt bij Khoung Kong Leng waar we gezwommen hebben. Het water was mooi helder en er groeide zelfs bomen in. Een zalige plaats om ons even te verfrissen.
Eenmaal terug in Thakhek hadden we via de verhuurmaatschapij van onze brommer bustickets kunnen kopen naar Vinh (Vietnam). Want op een of andere manier konden wij die niet zelf kopen op het busstation en wist niemand daar wanneer de bus juist vertrok.
Om half 5 ’s morgens werden we dan naar het busstation gebracht en daar bleek dat we met een minnivan zouden gaan. Deze werd helemaal volgepropt met mensen. Er zaten meer mensen in dan er plaats was en dan nog al de bagage… Het was alles behalve comfortabel zitten en dit was voor de komende 6 uur.
Maar eenmaal we de grens naderde bleek dat er een vruchtwagen bijna omgekanteld was in de bocht en daardoor alles vast stond. De weg ging recht door de bergen en was niet gemaakt voor zo van dat zwaar vrachtverkeer. Maar toch rijden al de vrachtwagens er omwille van de grensovergang. We hadden al vaker zo van die situatie gezien maar deze had grote gevolgen. Want er kon geen enkele vrachtwagen meer langs en aan beide kanten stond er al een paar kilometers file.
Gelukkig zaten wij in de minnivan en kon die op de plaats van het ongeluk er net tussen. We hadden maar een centimeter spelling. Vanaf dan klaagde niemand nog over het feit dat het zo ramp was in onze minnivan. Want als we een grotere bus hadden zouden we er ook niet langs zijn geraakt en zouden we volgens de locals nog dagen hebben vastgestaan aangezien het heel moeilijk was om de takeldienst ter plaatsen te laten komen. Lang leve onze overvolle minnivan!
Aan de grens ging het allemaal heel vlot. Er werd totaal niet moeilijk gedaan over het feit dat we met te veel in de auto zaten. Het enige wat ze nakeken was of er niemand illegaal werd meegenomen.
Eenmaal in Vinh hadden we veel geluk. We werden afgezet aan het busstation en de bus naar Hanoi stond op het punt om te vertrekken. We zijn daar dan snel opgesprongen en wat een verschil. Van geen ruimte naar een slaapbus waar iedereen zijn eigen bedje had. De slaapbussen hier zijn best ideaal om te slapen alleen echt koud omdat ze de airco mega koud zetten.
Eenmaal we aankwamen in Hanoi werden we midden op de snelweg afgezet. Echt raar want we moesten er snel snel af en over de vangreel kruipen. Gelukkig stonden daar dan een paar taxi’s die ons naar onze hostel konden brengen. We snappen nog altijd niet goed waarom we daar gedropt werden, maar we waren vooral blij dat we na 15 uur er eindelijk waren.
Na het eten zijn we dan nog iets gaan drinken. Je hebt hier een straat waar allemaal barretjes zijn maar die stellen vanbinnen niets voor en zijn zelfs maar een paar vierkante meter groot. Ze hebben gewoon allemaal tafels en krukjes buiten op straat staan. Een gezellig bedoeling want iedereen zit gewoon op straat zijn pintje te drinken.
In Hanoi zelf hebben we niet zo heel veel speciaals gedaan. Wat verdwaalt door de straten, aan de vijver gezeten, genoten van de streetfood en vooral uitgezocht wat we de komende 2,5 week zouden gaan doen in Vietnam. Want we hebben gekozen om een open bus ticket te kopen omdat dit heel goedkoop was. Alleen moest je dan op voorhand doorgeven waar je wilt stoppen.
We waren ook aangenaam verrast dat alles hier al in het teken van kerstmis stond. Zo kon je overal kerstspullen kopen op straat. Alleen het warme weer weerhield ons van het echte kerstgevoel.
Hanoi is een typische grote drukke Aziatische stad maar wij vonden het er veel aangenamer dat in andere grote steden. Het verkeer was er druk en er reden ontelbaar veel brommers wat oversteken een uitdaging maakten. Maar het beste wat je kan doen is gewoon starten met wandelen en niet meer stoppen en dan rijdt iedereen gewoon langs je heen.
Maar het beste van alles is dat we onze camera hebben kunnen laten maken in Hanoi. Na veel winkels af te zijn gelopen en niemand die wist wat het probleem was, kwamen we in een klein winkeltje terecht waar ze amper Engels konden en die man kon zeggen wat het probleem was. En na 3 uur konden we terug komen en was onze fototoestel gemaakt! 🙂
Vanuit Hanoi zijn we dan met de nachtbus naar Sapa gegaan waar we vroeg aankwamen en werden opgepikt voor onze tour van 2 dagen. De eerste dag hebben we vooral in de bergen gewandeld waardoor we een mooi zicht kregen over de vallei met alle rijstvelden. Maar doordat het nu winter is, zag het er niet zo groen als op de foto’s. Maar toch was het er nog altijd mooi.
Dat het winter was, was ook duidelijk te voelen. Als we aankwamen was het maar een graad of 6 en waren we blij dat we onze dikke truien bij hadden.
’s Avonds hebben we geslapen in een homestay. De gastvrouw was echt geweldig. Zo lief en grappig. Ze had lekker eten voor ons gemaakt en ’s avonds kwam ze langs met haar fles “happy water”. Dat is rijstwijn, maar het smaakt alles behalve naar rijst. Het heeft meer de smaak van sterke drank. Het is dus een gezellig avond geworden.
De volgende dag zijn we met haar op pad geweest. We liepen heel de dag tussen de rijstvelden. Vaak moest je over de randjes lopen die het ene rijstveld van het andere scheidt. Een leuke wandeling met de nodige ambiance want af en toe misstapte iemand zich wel eens en had die natte voeten als gevolg.
Omdat we in Sapa nog een paar uur moesten wachten voor onze bus vertrok, heeft Joris een bezoekje gebracht aan de kapper. Een hele belevenis! Die heeft er een Vietnamees kappels van gemaakt dat veel korter was dan we hadden gevraagd. Die bleef maar haar wegscheren langs de zijkant en vanboven is er niets afgeknipt. Ondanks het resultaat niet helemaal is wat we hadden verwacht, ziet het er niet zo slecht uit.
Met de nachtbus zijn we dan terug naar Hanoi gegaan. Daar kwamen we dan rond 4 uur ’s morgens aan en na een paar uur wachten konden we dan de bus nemen richting Cat Ba Island. Dit zou dan voor ons de uitvalsbasis zijn om halong bay te doen.
Onze bus richting Cat Ba had pech onderweg waardoor we de boot richting het eiland gemist hadden en we voor uren vast zaten op een kleine verlaten haven. Reizen is dus vaak ook lang wachten…
Eenmaal op het eiland was het gelukkig niet meer lang rijden. Het was er rustig en er hing een aangename sfeer. We zijn dan nog iets gaan drinken met zicht op de baai bij zonsondergang.
De volgende dag hebben we een brommer gehuurd om het eiland te gaan verkennen. Er waren maar een paar wegen en daar hebben we dus allemaal op gereden. De leukste was de weg langs de kust. Want eindelijk na 3 maand onderweg te zijn waren we bij de zee aangekomen. De stranden hier waren niet wat je van een tropisch strand verwacht en waren ook klein omdat het eiland eigenlijk uit rosten bestaat.
Als we aan de andere kant van het eiland aankwamen, zijn we met een klein bootje voor een uur gaan varen om de minder toeristische kant van halong bay te zien.
Omdat we toch een beter beeld wilde krijgen van de grote van halong bay hebben we een dagtrip met een boot gedaan. Onze eerste stop was op het monkey Island. Daar kon je naar een uitkijkpunt klimmen. En dat was een hele uitdaging op slippers want je moest op stijle rotsen klimmen die heel scherp waren. Maar het was de moeite waard. We konden ver zien over alle kleine rots eilandjes.
Nadien vaarden we met de boot verder tussen al die eilandjes. Op de meeste eilandjes kan je niet op tenzij je aan rotsklimmen doet waardoor al de eilandjes onbewoond zijn.
Bij de volgende stop kregen we een kayak om zelf rond te varen. Het leuke was dat sommige van die rotseilanden ook een grot hadden zodat je er onderdoor kon varen.
In namiddag zijn we dan nog op 2 verschillende plaatsen gestopt om te zwemmen. Het water was helemaal niet zo koud en je kon vanboven op de boot gaan staan om in het water te springen.
De volgende dag zijn we richting Nimh Binh vertrokken om daar Tam Coc te kunnen zien. Dat zou gelijkaardig zijn aan halong bay maar dan op het land. In de late middag zijn we daar aangekomen en zijn we nog met een roeiboot op de Ngo Dong rivier gegaan op de rotsformatie te zien. En het had inderdaad iets weg van halong bay maar wij vonden dit zelfs nog mooier dan halong bay.
Wat vooral opvallend was, is dat de vrouwen hier met hun voeten roeien. Een speciale techniek maar het werkte duidelijk goed, want we gingen toch snel vooruit in onze boot.
De volgende dagen gaan we hier nog wat de omgeving verkennen en dan verder richting het zuiden.
Hopelijk wordt het weer wat beter want momenteel regent het er heel de dag omwille van een tyfoon. Maar we gaan er in ieder geval van genieten.
Lieve groetjes,
Annelies en Joris
0 reacties